De Broer
Add "broer" in Nederlands to your vocabulary. de broer, nom.1 /-b-r-o-e-r/ Examples of broer Usage:
De Medicijn
De Inclusie Elk Taal Nederlands Woord Af Vandaag: medicijn /medicijn/ SUA kasahorow 10: Baby medici
De Zus
Nederlands zus, nom.1 /-z-u-s/ Nederlands / ik hebbes een zus /// wij hebben een zus / u
De Vader
Add "vader" in Nederlands to your vocabulary. de vader, nom.2 /-v-a-d-e-r/ Examples of vader Indef
De Vriend
Leer de liefde, elk dag.: "vriend" in Nederlands vriend Nederlands nom.1 mijn vriend hebbt een huis
De Voedsel
De Inclusie Elk Taal Nederlands Woord Af Vandaag: voedsel /-voe-d-se-l/ SUA kasahorow 10: Baby voed
De Moeder
Nederlands moeder, nom.1 /-m-o-e--d-e-r/ Nederlands / ik hebbes mijn moeder /// wij hebben
De Deur
Add "deur" in Nederlands to your vocabulary. de deur, nom.1.3 /-d-e-u-r/ Examples of deur Indefini
De Gezondheid
Nederlands ik willes de Gezondheid. Gezondheid, nom.1 /g-e-z-o-n-d-h-e-i-d/ Nederlands / ik w