kasahorow Sua,

De Moeder

Nederlands
moeder, nom.1
/-m-o-e--d-e-r/
Nederlands
/ ik hebbes mijn moeder
/// wij hebben onze moeder
/ u hebbt je moeder
/// u hebben uw moeder
/ zij hebbt haar moeder
/ hij hebbt zijn moeder
/// ze hebben hun moeder

Nederlands Familie Woordenboek

<< Adj:Previous | Adj:Next >>